Betrokkenheid

Ik geloof dat ieder kind van God betrokken zou moeten zijn in de dienst van de Here. Het dienen zal plaatsvinden in of via de plaatselijke gemeente. Ik geloof namelijk dat een ieder die de Here heeft aangenomen, zich dient aan te sluiten bij een plaatselijke gemeente. Onder de autoriteit van de leiders van die plaatselijke gemeente kan men dan dienstbaar zijn. Volgens Gods Woord kunnen we niet echt dienstbaar zijn, als we niet bereid zijn ons te onderwerpen aan de leiding van de gemeente. Ook de leiders van de gemeente moeten op hun beurt bereid zijn zich te onderwerpen.
Er wordt vaak gezegd: “Ik onderwerp mij aan God en niet aan mensen”, maar wie aldus spreekt, heeft de ware vorm van onderwerping niet begrepen. Het is hetzelfde als wanneer we zouden zeggen: “Ik heb God lief en ik houd van de Here en behoef van niemand anders te houden”. Gods Woord zegt echter: “Wie God liefheeft, moet ook zijn broeder liefhebben”. (1 Johannes 4:21). En “…wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan ook God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben”. (1 Johannes 4:19b)
Ik wil het in deze overdenking niet hebben over onderwerping, maar over dienstbaarheid. Gelovigen mogen hun talenten niet begraven; ze moeten gebruikt worden. In de gemeente moet de leiding erop toezien, dat iedereen in de gelegenheid gesteld wordt zijn of haar talenten te gebruiken. Een ieder moet de gelegenheid krijgen zich te ontplooien. Het is echter niet zo dat een ieder zijn zin moet krijgen. Er zijn er die willen prediken, maar niet bereid zijn om de kerk schoon te maken of andere werkzaamheden te verrichten. Wees voorzichtig met zulke lieden. Die zijn met zichzelf bezig en niet met de zaak van Christus. Houd hen op een afstand, maar steun een ieder die nederig is en echt van de Here houdt. De leiding van de gemeente moet een ieder, die een taak in of buiten de gemeente wenst te vervullen, toetsen. Het is dan ook goed bepaalde kwalificaties aan de taken te verbinden. Ook moet er door de leiding een persoonlijk gesprek met hen gevoerd worden.
Gelovigen die dienstbaar willen zijn in onze gemeente, moeten geen zwervend bestaan geleid hebben – en zich onderworpen hebben aan de discipline van de gemeente. In onze kringen lopen er nogal wat mensen rond die wisselen van gemeente. Soms vanwege innerlijke onrust, maar vaak vanwege omstandigheden. Ook deze moeten ingepast kunnen worden in hun nieuwe gemeente, opdat zij hun talenten kunnen gebruiken.
Het moet echter aan iedere gelovige duidelijk zijn, dat het dienen van de Here in de binnenkamer vele malen belangrijker is dan de dienstbaarheid in en buiten de gemeente. We moeten de samenkomsten niet slechts bezoeken om onze taak te vervullen, maar om in de eerste plaats God te loven en gemeenschap te hebben met de heiligen. Daarom spoor ik alle medewerkers aan om minstens één van de drie diensten, vrij van welke taak dan ook, bij te wonen en heel gewoon en te genieten van de tegenwoordigheid van de Here en de gemeenschap met de heiligen.

share