Het huis van God

Veel gelovigen heffen het hoofd omhoog en zien vol verlangen uit naar hun hemels huis. Ze richten zich alleen op hun einddoel en missen zodoende veel zegeningen die deze tijd voor de gemeente klaarliggen. Zij beroepen zich op de teksten in Johannes 14:2 en 3 – “In het huis mijns Vaders zijn vele woningen (anders zou Ik het u gezegd hebben) want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.” Terecht richten wij in deze tijd van zoveel strijd en ellende het hoofd omhoog en verlangen naar betere tijden.
Wij moeten echter niet vergeten dat God te midden van deze wereld met strijd, pijn en verdriet, een geestelijk huis voor de gelovigen geplaatst heeft. Dat geestelijk huis is de Gemeente. Het is het huis van God op aarde, de Tempel. Wij, de Gemeente, zijn de Tempel van God. “Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!”
1 Petrus 2 vers 5: “en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.”
Wij hebben nu een Huis op aarde. Meer nog, wij, de Gemeente, zijn dat Huis. Wij zijn overtuigd van de tegenwoordigheid, de liefde, de goedheid van God in het hemelse huis van de Vader. Maar dezelfde eigenschappen van het hemelse huis, zijn ook te vinden in de Tempel, de Gemeente. In de eerste plaats moet de tegenwoordigheid van God, door de Heilige Geest, krachtig aanwezig zijn. Verder is er liefde in het Huis van God op aarde en verdraagzaamheid, liefde, vrede, blijdschap en genade. De mensen van dat huis voelen zich thuis. Ze houden van bidden, lofprijzing en zijn heel blij met de liefde Gods in het midden van de Gemeente, de Tempel Gods.
Duidelijk is dat iedere levende steen zich moet laten gebruiken voor de bouw van dat geestelijk huis. De oprechte gelovigen zijn die levende stenen. God is met ons.

share