Het offer/de collecte

Het is in de meeste gemeenten gebruikelijk dat er tijdens de dienst een collecte of zoals ook gezegd wordt, een offer wordt opgehaald. Een ieder geeft dan naar draagkracht. De mensen worden door het Woord aangespoord om vrijwillig en met blijdschap te geven. In de Bijbel in Gewone Taal staat het als volgt: “ Denk eraan: Iemand die weinig zaait, zal weinig oogsten. Iemand die veel zaait, zal veel oogsten. Iedereen moet voor zichzelf besluiten hoeveel hij wil geven. Je moet van harte geven en niet omdat het verplicht is. Want God houdt van mensen die met vreugde geven.” (2 Korintiërs 9:6,7)
Geven is in het plan van God. God is een Gever. Hij heeft Zijn Zoon gegeven. Dus zegt Hij aan ons “Geef!” “Geef, en je zult krijgen, meer dan je vast kunt houden!” (Lucas 6:38/ BGT)Ook hebben de mensen die geven een plus bij God. “… God houdt van mensen die met vreugde geven.”
Het offeren is een zeer belangrijk onderdeel van de samenkomsten. Niet in de eerste plaats omdat er geld wordt opgehaald voor de kosten van de gemeente, maar vooral omdat de kinderen van God de gelegenheid krijgen om te geven.
Vergist u zich niet: de Heer Jezus vindt dit onderdeel van de samenkomst zeer belangrijk. Sommigen denken minachtend over het offeren, vooral de mensen die gierig zijn. Ze zeggen dan: “Ze willen jouw geld.” Klopt dat wel? Willen de Heer en de gemeente uw geld? Denken wij dat Hij niet zonder ons geld kan? Hij wil hebben dat wij geven, zodat wij gezegend kunnen worden. Het is een geestelijke wet: Wie zaait, zal oogsten! Door te geven bij het offer of de collecte worden wij gezegend.
De Heer Jezus bevestigde tijdens Zijn aardse bediening de belangrijkheid van het geven. Hij was persoonlijk betrokken bij het offeren. In Markus 12 vers 41(BGT) lezen wij dat. “Jezus ging in de tempel bij de geldkist zitten. Hij keek hoe de mensen geld in de kist deden.” Wat wilde de Heer daarmee bereiken? Was het louter nieuwsgierigheid? Hij wilde weten wie geld in de offerkist deden. Ook wilde Hij weten hoeveel de mensen erin deden. Hij wilde Zijn discipelen leren hoe zij moesten offeren.
De les die ik eruit leer, is dat iedereen naar draagkracht dient te geven, in de belangrijke dienst van de offerande.
Tenslotte: Het Woord van God spreekt over tienden en offers. In deze overdenking heb ik het niet gehad over tienden, maar over offers.

share