Bloed aan je handen

Eén van de teksten die diepe indruk op mij gemaakt heeft, staat geschreven in Ezechiël hoofdstuk 3. De teksten in dit hoofdstuk hebben mij vurig gemaakt en in mij een groot verlangen gewekt om ernst te blijven maken met de dingen van de Here. Vers 18 zegt: “Als Ik tot de goddeloze zeg: Gij zult zeker sterven – en gij waarschuwt hem niet en spreekt niet om de goddeloze voor zijn goddeloze weg te waarschuwen ten einde hem in het leven te behouden, dan zal de goddeloze in zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal Ik u rekenschap vragen.”

We dragen een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van de goddeloze én de rechtvaardige (zie de verzen 20 en 21). Die verantwoordelijkheid heeft te maken met de eeuwigheid. Wij, gelovigen, kunnen niet passief staan toekijken hoe mensen zichzelf en de maatschappij te gronde richten en verloren gaan. Wij zijn geroepen om hen te vertellen over het Evangelie des vredes en hen te wijzen op de gevolgen die het verwerpen van de Heiland met zich meebrengt. Ook als we merken dat er in onze omgeving rechtvaardigen zijn die zich afgekeerd hebben van de weg van de Here, dienen we hen in liefde te waarschuwen. Als we de mensen die verloren dreigen te gaan de reddende kracht van het Evangelie niet prediken, kan onze God ons rekenschap vragen van het bloed van deze mensen.